Geschiedenis | Casimir van Vlaenderen (Gent, 5.12.1866 - Gent, 16.8.1935) Nijveraar; ere-voorzitter van de Liberale Kring Rabot-Brugsepoort, ere-voorzitter van Rabot’s Liberale Harmonie Theophile Vercouteren, voorzitter van Rabot’s Turnafdeling.
Casimir van Vlaenderen werd geboren te Gent op 5 december 1866. Hij was reeds van jongs af aan actief in de liberale beweging en was één der stichters van de Liberale Kring Rabot-Brugsepoort. Hij was ere-voorzitter van de Liberale Kring Rabot-Brugsepoort en ere-voorzitter van Rabot’s Liberale Harmonie Theophile Vercouteren. Hij was ook voorzitter van Rabot’s Turnafdeling. Hij steunde ook heel wat werken en liberale inrichtingen, zowel financieel als moreel. Hij was nijveraar, gehuwd met Alix Vande Woestyne en stierf op 16 augustus 1935. Hij werd burgerlijk begraven op 20 augustus 1935.
Michel van Vlaenderen (Gent, 7.11.1894 - Baarle, 24.6.1965) Acteur, regisseur, leerkracht.
Michel van Vlaenderen studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Gent. In 1909 was hij figurant in de toneelgroep van dr. De Gruyter. In 1911 publiceerde hij zijn eerste gedichten in "Rostra Gymnasiorum" en in "Goedendag". In 1912 begon zijn theaterloopbaan met optredens in Gentse amateurtoneelkringen: zo trad hij op 29 februari 1912 voor het eerst op als acteur in de zaal der K. M. De Melomanen. In 1912 schreef hij ook zijn eerste toneelstuk. Hij zou in de loop der jaren heel wat toneelstukken schrijven, en gebruikte als pseudoniem Van Leerden. In 1913 ontwierp hij ook zijn eerste decor. In 1913-1914 was van Vlaenderen voorzitter van Jong-Vlaanderen, een samenwerkingsverband van Gentse studenten uit het officieel middelbaar en normaalonderwijs. Hij was ook één van de medewerkers van het studenten- en scholierentijdschrift "De Goedendag". In 1915 verscheen "De Goedendag" opnieuw en maakte van Vlaenderen met het tijdschrift een keuze voor het activisme. In 1915 schreef hij zich in aan de Gentse Toneelschool. Daar was hij tegelijkertijd actief als leerling en als leraar. In 1916 werd voor het eerst een toneelstuk van zijn hand opgevoerd, en hij was ook actief in de toneelkring Excelsior in het socialistisch lokaal Verbroedering in de Meibloemstraat. Hij publiceerde in 1916 ook gedichten in het socialistisch "Zondagsblad" onder zijn deknaam Van Leerden. Op 2 februari 1917 stichtte hij zijn eigen toneelgroep in de Minard (de Toneelvereniging), waar hij ook geëngageerd werd voor het zomerseizoen. Op 4 augustus 1918 werd hij laureaat van de toneelschool. In 1918 werd hij door de activistische schepen voor onderwijs van Gent Jan Wannyn benoemd tot vaste medewerker van de Nederlandse Schouwburg te Gent, waar hij debuteerde op 29 september 1918. In 1919 werd hij wegens zijn activisme ontslagen als leraar aan de Gentse Toneelschool. In de zomer van 1919 ging hij op tournee in Nederland en engageerde zich bij Spree te Rotterdam. Hij schreef in 1920 artikels over toneelvernieuwing in "Het Toneel" en "Het Masker". Hij werd in 1920 ook actief bij het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel, in 1922 bij Het Vlaamsche Volkstoneel (als acteur en vanaf 1931 als regisseur) en bij het Nieuwe Volkstoneel (nadien het Nationaal Vlaamsch Tooneel genaamd). Hij was ook werkzaam als acteur en regisseur aan de Nederlandse Schouwburg te Gent (van 1923 tot 1925). Vanaf 1924 begon hij toneelwerken te regisseren bij liefhebbers (onder andere bij de Katholieke Gilde te Sint-Niklaas, de Catharinisten te Aalst, Pogen te Waregem, Taal en Kunst te Kortrijk, Toneelkring Vooruit te Deinze, de Melomanen te Gent, de Multatulikring te Gent en bij verenigingen te Hamme en Overmere). In 1925 werd een toneelmaquette van hem bekroond in de Exposition des Arts Décoratifs te Parijs. Michel van Vlaenderen was in het interbellum de huisregisseur van de Gentse Multatulikring, en was toen overtuigd socialist. Hier regisseerde hij in 1932 zijn eerste massaspel (Koning Arbeid), dat werd opgevoerd in de Gentse Velodroom. Dit spektakel voor en door het volk beantwoordde aan zijn behoefte het theater als ethisch en esthetisch instrument in dienst te stellen van de gemeenschap. Hij was gelovig en was ook een veelgevraagd regisseur en adviseur voor katholieke toneelgezelschappen. In 1936 trok hij zich terug om gezondheidsredenen uit de toneelwereld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij als regisseur aan de Nederlandse Schouwburg te Gent (van 1940 tot 1944). In 1944 werd van Vlaenderen korte tijd gevangen gezet door de Duitse bezetter wegens intellectuele sabotage. In 1944-1945 was hij regisseur en directeur van de KNS en op 18 maart 1945 speelde hij zijn laatste rol. De toneelstukken van van Vlaenderen weerspiegelden zijn katholiek-socialistische achtergrond. In 1949 was hij betrokken bij de samenstelling van een scenario voor een massaspel dat te Brussel werd opgevoerd op de verjaringsfeesten van het ABVV. Hij was na de oorlog ook opnieuw actief in de Multatulikring met het schrijven van een toneelstuk dat werd opgevoerd en het geven van voordrachten. In 1949 werd hij lid van het Belgisch Centrum van het Theater en in 1952 werd hij lid van de Nationale Raad voor de Dramatische Kunst. Michel van Vlaenderen was gehuwd en stierf te Baarle op 24 juni 1965.
Rudi van Vlaenderen (Gent, 2.8.1930 - Brussel, 26.10.1994) Doctor in de rechten, toneelregisseur, acteur, medewerker radio en televisie, directeur van het Rijksinstituut voor Toneel en Cultuurspreiding, auteur.
Rudolf Casimir Gijsbrecht van Vlaenderen (Rudi genoemd) werd geboren te Gent op 2 augustus 1930. Op zeer jonge leeftijd speelde hij reeds in een toneelstuk aan de KNS te Gent. Hij kreeg zijn opleiding in Gent aan de Koninklijke Toneelschool, waar hij in 1942 het diploma van toneelregisseur behaalde. In hetzelfde jaar debuteerde hij als acteur bij de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Gent. Daarna werkte hij sedert 1952 als freelance acteur en regisseur bij tal van gezelschappen. In 1953 behaalde hij ook het doctoraat in de rechten. Rudi van Vlaenderen zette zich ook in voor de heropleving van het Gentse toneelleven, hetgeen onder meer resulteerde in de oprichting van Toneelstudio ’50. Dit zou later uitmonden in het Arcatheater, waarin hij ook actief was. Hij was ook actief in het amateurtheater, vooral in het Gentse Multatulitheater, waar hij regisseerde. Hij regisseerde in 1958 ook bij het liefhebberstoneel Vrank en Vrij in Wetteren. Hij werkte ook mee aan talloze radio- en televisieuitzendingen van de BRT, en was van 1955 tot 1958 programmator-realisator dramatische uitzendingen bij de televisie. In 1958-1959 was hij regisseur van jeugdstukken bij de KVS in Brussel. In 1959-1960 was hij assistent van Fred Engelen bij de Studio Nationaal Toneel. In 1959-1960 richtte hij te Brussel het gezelschap Toneel Vandaag op, waarmee hij aan tal van nationale en internationale festivals deelnam. Zo zette hij een spraakmakende vertolking neer van Thyestes in het gelijknamige toneelstuk van Hugo Claus. Dit zou uiteindelijk uitmonden in het Brussels Kamer Toneel (BKT), dat nadien werd hernoemd tot Brabants Kollektief voor Theaterprojecten. In Nederland was Rudi van Vlaenderen te zien op televisie en in voorstellingen van Toneelgroep Studio, Het Groot Limburgs Toneel, Stadstoneel Rotterdam, Zuidelijk Toneel Globe en het Publiekstheater. Van 1962 tot 1973 was hij directeur van het Rijksinstituut voor Toneel en Cultuurspreiding (RITCS). In 1973 richtte hij in Leuven het kamertoneel Toka op. Sedert 1 augustus 1978 maakte hij deel uit van de leiding van het Brabants Kollektief voor Theaterprojekten (BKT) in Brussel en werd er directeur (in 1990 fusioneerde het met het Kaaitheater). Verder schreef van Vlaenderen een dichtwerk en een roman. Rudi van Vlaenderen stierf te Brussel op 26 oktober 1994.
|