Geschiedenis | Adolphe Hoste (1846-1915) De bekendste Gentse boekhandel bevond zich gedurende meer dan anderhalve eeuw op de hoek van de Voldersstraat en de Veldstraat. De eerste uitbater was Ignace De Vigne die het pand in 1824 kocht van de familie Schamp. Het bleef een bescheiden etablissement en de De Vignes, die zwaar hadden moeten lenen voor hun aankoop, slaagden er met moeite in om de eindjes aan elkaar te knopen. Ignace De Vigne overleed in 1840 en zijn zonen Felix - vader van Julius De Vigne - en Pieter de Vigne kozen voor een kunstenaarsbestaan. Weduwe De Vigne hield het nog even vol maar verhuurde de winkel twee jaar later aan Hendrik Hoste, een boekhandelaar uit de Mageleinstraat. In 1859 werd Hendrik Hoste voor veertigduizend frank eigenaar van het gebouw. Zijn boekhandel (annex uitgeverij en drukkerij) werd op korte tijd een verzamelpunt voor de liberale flaminganten. Die vonden er naast het traditioneel Franstalige aanbod vooral een goed voorzien kabinet met werken van Nederlandstalige auteurs, onder wie Jan Frans Willems, Ferdinand Snellaert, Karel Ledeganck en Jacob Heremans, die zelfs enkele jaren op kamers woonde bij Hoste sr. Zoon Adolphe ging studeren aan de Gentse universiteit, waar hij samen met Alphonse Prayon covoorzitter werd van het studentengenootschap 't Zal Wel Gaan. Hij sloot zich ook aan bij het Willemsfonds, behoorde in 1867 tot de stichters van Volksbelang en speelde in de daaropvolgende decennia een belangrijke rol in de Gentse liberale beweging, zonder ooit een politiek mandaat na te streven. In 1888 volgde hij Hippolyte Lippens op aan het hoofd van Le Septentrion. Zijn belangrijkste activiteiten bestonden uiteraard in het beheer van de boekhandel, uitgeverij en drukkerij. Hij trad in de familiezaak, nam deze in 1877 over en breidde de activiteiten aan sneltempo uit. In 1881 huwde hij met Elodie Taminiau, de weduwe van Hippolyte Annoot en enige erfgename van de firma Annoot-Braeckman. Daardoor verwierf hij ook de controle over de oude drukkerij van de familie De Busscher die al zestig jaar lang stevig verankerd was in de liberale perswereld. Dit bedrijf beschikte over een schitterend gelegen dubbelhuis aan het huidige Emile Braunplein, in 1824 gekocht door Guillaume De Busscher. Het bleef een drukkerij tot 1911, wanneer Hoste het huis verkocht aan de edelsmid en juwelier Bourdon, naar wie het huidige winkelpand - de Bourdonarcade - is genoemd. Adolphe Hoste lanceerde tijdschriften zoals Nederlandsch Museum en het onderwijzersblad De Toekomst, publiceerde teksten van Prudens Van Duyse, Rosalie en Virginie Loveling, Anton Bergmann, Paul Fredericq, Julius Vuylsteke, Cyriel Buysse en andere gerenommeerde Vlaamse auteurs en gaf tal van Willemsfondspublicaties uit. Hij slaagde er zelfs in om Albrecht Rodenbach los te maken van de katholieke uitgeverswereld en verwierf de rechten op de uitgave van het in 1878 bekroonde toneelstuk Gudrun, dat pas in 1882 in de rekken zou liggen, twee jaar na het vroegtijdig overlijden van Rodenbach. Hoste beperkte zich als grote uitgever uiteraard niet tot de Vlaamse literatuur. Hij publiceerde ook politiek geëngageerde werken van onder anderen François Laurent, Hippolyte Lippens, Louis Varlez en Julius De Vigne, en biografische werken over belangrijke Gentse liberalen als Adolph Dubois en Oswald de Kerchove de Denterghem. Op zijn zestigste trok hij zich gedeeltelijk terug uit het bedrijf en verkocht de boekhandel in 1909 aan zijn vriend Adolf Herckenrath. In 1914 werd zijn uitgeverij en drukkerij omgevormd tot een nv. Deze kwam na de oorlog onder leiding te staan van zijn dochter Jenny en zijn schoonzoon Adolphe Hebbelynck, wier nazaten tot op heden actief zijn in de bedrijfsgebouwen op de Galgenberg. Adolphe Hoste overleed in 1915 en vond een laatste rustplaats op de Westerbegraafplaats onder een eenvoudige arduinen zerk. |