31. Aan de ambtgenoten van de minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Onderwijs Victor Jacobs: de minister van Buitenlandse Zaken Alphonse de Moreau, de minister van Justitie Charles Woeste, de minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken Auguste Beernaert, de minister van Spoorwegen, Post en Telegrafen Jules Vandenpeereboom, de minister van Financiën Jules Malou en de minister van Oorlog, Charles Pontus: verzoek om, in navolging van de minister van Binnenlandse Zaken, een omzendbrief te sturen aan alle ambtenaren van hun departement, ook die in de provincies, om de doelstellingen van de taalwet van 1878 inzake bestuurszaken toe te lichten en de correcte en volledige toepassing ervan te eisen |