Archief Algemeen Kledingwerk voor Antwerpens officiële scholen (archief nr. 1) |
Periode | 1893-2000 |
Omvang en medium | 10,88 m / beelddocumenten |
Archiefvormer | Algemeen Kledingwerk voor Antwerpens officiële scholen (1893-...) Lees meerSoort entiteit | Organisatie | Geautoriseerde naam | Algemeen Kledingwerk voor Antwerpens officiële scholen | Andere namen | Algemeen Kleedingwerk voor Antwerpen’s officieele scholen | Bestaansperiode | 1893-... | Geschiedenis | Het Kledingwerk werd opgericht in 1893 en houdt zich vooral bezig met het verdelen van kleding onder de minder begoede leerlingen van de Antwerpse officiële scholen, recent ook aan kinderen van het Home Philippe Speth en het home Flor Mielants. Ook buitenlandse hulpacties kunnen op de steun van het Kledingwerk rekenen.
Al in 1888 ontstond bij enkele leden van de Bond der Vereenigde Liberale Strijders van de zesde wijk (Zurenborg) van Antwerpen het idee om hun politieke doelstellingen met liefdadigheid te verenigen. Daartoe wou men de behoeftige kinderen van de gemeentescholen kledij schenken. Door een gebrek aan financiële middelen dienden de liefdadige activiteiten echter vroegtijdig stopgezet te worden. In 1893 werd de draad terug opgepikt en werd het “Algemeen Kleedingwerk voor Antwerpen’s officieele scholen” opgericht. Onder het motto “Weldoen baart Genoegen” nam de werking van het Kledingwerk een hoge vlucht. De financiële middelen van de organisatie en het aantal uitgedeelde kledingstukken namen gestaag toe. Voorafgaand aan uitdelingen werd een onderzoek ingesteld naar de behoeftigen opdat de middelen van het Kledingwerk goed besteed zouden worden. De basis van het Kledingwerk beruste in deze periode bij Wijkcomiteiten, die overkoepeld werden door een Middencomiteit. De wijkcomités rekruteerden vaak in liberale kringen en verenigingen. Verder ontstond in mei 1900 in de schoot van het middencomité ook een Damescomiteit dat zich vooral bezig hield met omhalingen op feesten, tentoonstellingen en andere gelegenheden. Twee jaar later, in 1902, kwam er een Comiteit der Oude Metalen, dat koper, tin, lood, caoutchouc, chocoladepapier en oude dagbladen wilde inzamelen. De financiële basis van het Kledingwerk werd gevormd door de jaarlijkse bijdragen van de hoofdzakelijk liberale leden. Daarnaast zocht de organisatie contact met tal van verenigingen en verzocht hen omhalingen te doen op hun bijeenkomsten, vergaderingen en feesten. Het spoorde de sympathisanten aan om ook op communie- en huwelijksfeesten omhalingen te doen. Het Kledingwerk zelf richtte ieder jaar een aantal activiteiten in waarvan de opbrengst gebruikt werd om de nodige kledingstukken aan te kopen, zoals een vertoning in de Nederlandse Schouwburg, een tombola en de verkoop van confetti op de Meir tijdens de carnavalsdagen. Het gros van de inkomsten was echter afkomstig van de subsidies van stad en provincie, en van de collectebussen die in herbergen en restaurants opgesteld stonden. Vanaf maart 1901 werd een eigen tijdschrift "Ons Werk" uitgegeven. Op nauwelijks een half jaar tijd verdubbelde de oplage van 500 naar 1.000 exemplaren en ging men van 4 naar 8 bladzijden. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog viel de werking van het blad echter stil. Er werden nadien pogingen ondernomen om een nieuw tijdschrift uit te geven maar dit kende weinig succes. De beide wereldoorlogen hadden een impact op de werking van het Kledingwerk. Maar de organisatie slaagde er in beide gevallen in om zich na de oorlog terug te herstellen. In de loop der jaren kende de organisatie heel wat ups en downs in de werking. Er waren verschillende momenten waarop financiële moeilijkheden bekampt moesten worden. Maar door creatieve liefdadigheidsacties op touw te zetten, slaagde men er toch in om de werking van het Kledingwerk te verzekeren. Sinds 1924 mocht het Kledingwerk zich een Koninklijke Maatschappij noemen, in 1928 koos het voor de vzw als verenigingsvorm. De bedelingen werden vanaf die periode anders aangepakt. De wijkbedelingen werden afgeschaft en vervangen door centrale bedelingen, onder controle van het middencomiteit. Naast de wekelijkse vergaderingen op dinsdag besteedden de leden van dit centraal bestuur ook heel wat tijd aan het uitdelen van de kledij, het verzamelen van de nodige fondsen en het bijwonen van bijeenkomsten van aanverwante verenigingen. Hoewel het Kledingwerk nog steeds onloochenbaar liberaal was, stelde het zich tijdens het Interbellum minder politiek op dan in de beginperiode. Vanaf de jaren 1950 waagde het Kledingwerk zich ook buiten haar traditionele werkingsgebied. Er werd bijvoorbeeld ondersteuning geboden aan werklozen, aan de getroffenen door de overstromingen van 1953 en aan mensen die Kongo ontvlucht waren na het uitroepen van de onafhankelijkheid. In de jaren 1980 konden een hulpactie voor Polen en voor Zaïre op de sympathie van het Kledingwerk rekenen. Vanaf 1991 verloor het Kledingwerk een grote subsidie van de stad Antwerpen. Sindsdien zijn ze financieel grotendeels afhankelijk van giften, lidgelden en intekenlijsten van het onderwijzend personeel. Daarnaast ontvangen ze een beperkte subsidie van het Antwerpse Provinciebestuur. Het Kledingwerk is in 2017 nog steeds actief in het stedelijk onderwijs in Antwerpen. |
|
Bereik en inhoud | Het archief bevat o.a. verslagen, boekhoudkundige stukken, briefwisseling en stukken m.b.t. activiteiten. Het archief bevat ook museale stukken, medailles, diploma’s, affiches en een vlag. |
Toegangen | Inventaris beschikbaar (archief raadpleegbaar met voorwaarden/beperkingen) |
Ordening | Standaardschema verenigingsarchief, zie de inventaris. |
Voorwaarden voor raadpleging | Geïnventariseerd gedeelte: de stukken ouder dan 50 jaar zijn raadpleegbaar mits ondertekening van een onderzoekscontract, de stukken jonger dan 50 jaar zijn niet raadpleegbaar. De niet geïnventariseerde stukken zijn niet raadpleegbaar. Lees onze disclaimer raadpleging van archieven. |
Voorwaarden voor reproductie | Standaardvoorwaarden, zie het leeszaalreglement. |
Taal en schrift | Nederlands / Standaardschrift |
Fysieke kenmerken en technische vereisten | Papier, textiel, metaal e.a. / Geen |
Verwerving | Geschonken door de toenmalige voorzitster Josephine De Meyer-Van Heurck in 1988, gevolgd door diverse aanvullingen in 1994 en 1999. De financiële stukken zijn hoofdzakelijk geschonken door penningmeester Charles De Weze in 1996 en in 2000. Het archief werd verder nog aangevuld in 2006 met stukken afkomstig van bestuurslid Louis Van Rompaey. |
Selectie | Geen selecties uitgevoerd. |
Beelddocumenten | Affiche (4) Archief (3) Diploma (11) Foto (14) Medaille (6) Object (7) Plaket (1) Postkaart (2) Schilderij (1) Tekeningen en prenten (3) Vlag (1) |
Persistente url: | https://n2t.net/ark:/55068/LAG_1251309 |