Archiefvormer | Camille Paulus (Aartselaar, 24.4.1943 - …) Lees meerSoort entiteit | Persoon | Geautoriseerde naam | Camille Paulus | Bestaansperiode | Aartselaar, 24.4.1943 - … | Geschiedenis | Doctor in de rechten, advocaat, kabinetschef, docent en hoogleraar VUB; burgemeester van Aartselaar; voorzitter van het LVV (1982-1993), gouverneur van de provincie Antwerpen.
Na succesvolle studies in de rechten aan de VUB, die hij in 1966 afsloot, schreef Camille Paulus, geboren te Aartselaar op 24 april 1943, zich in aan de Antwerpse balie. In 1967 werd hij assistent en later docent en hoogleraar aan de rechtsfaculteit van de VUB. Hij specialiseerde zich in het contractenrecht en werd binnen dit domein al snel een autoriteit.
In 1968 werd hij kabinetschef van Andries Kinsbergen, gouverneur van de provincie Antwerpen. In 1971 verliet hij dit kabinet en werd hij benoemd tot ondervoorzitter van de toen pas opgerichte Universitaire Instelling Antwerpen. In die functie was hij nauw betrokken bij de verdere uitbouw van de UIA en de eenmaking van de Universiteit Antwerpen.
Paulus engageerde zich intussen ook in de politiek. Hij werd in 1973 voorzitter van de PVV-Arrondissementsfederatie Antwerpen. In zijn woonplaats Aartselaar was hij van 1977 tot 1993 gemeenteraadslid en van 1989 tot 1993 burgemeester. In 1982 werd hij voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV), de belangrijke Vlaamse liberale drukkingsgroep die in 1972 aan de wieg van de Vlaamse PVV had gestaan en, met de woorden van Paulus, intussen was uitgegroeid tot “het geweten van de partij”. Zijn verkiezing tot voorzitter op achtendertigjarige leeftijd stond in het teken van een algemene verjonging van het LVV. Het Verbond wou immers de nieuwe generatie liberalen een ontmoetingsplaats bieden van waaruit een gecoördineerde Vlaams-liberale actie kon worden voortgezet. Hierdoor werd Paulus geconfronteerd met de toen hoogoplaaiende communautaire discussies. In zijn eerste radiotoespraak in juli 1983 verduidelijkte hij zijn visie op de staatshervorming. Hij verdedigde de regionalisering en de verdere overdracht van bevoegdheden, maar waarschuwde tezelfdertijd voor geïmproviseerde oplossingen. Vooral in het kader van de economische en de financiële splitsing bepleitte hij behoedzaamheid. Hij was een radicaal tegenstander van separatisme en hij stelde dat het Belgische staatsverband niet in gevaar diende te komen indien aan beide zijden van de taalgrens de financiële middelen fair werden beheerd. In de daaropvolgende jaren werkte hij deze these verder uit. Hij kantte zich tegen onverantwoorde transfers tussen Noord en Zuid, eiste van de nationale overheid een bijdrage in het economisch herstel via onder meer de afbouw van de miljardensubsidies voor verlieslatende sectoren en het verminderen van de overheidsschuld. Ook aan het programma en het imago van de Vlaamse liberalen besteedde hij aandacht. Hij verdedigde een sociaal liberalisme, wars van alle elitaire tendensen, dat door een brede volksbeweging kon worden gedragen.
Camille Paulus zette zich eveneens in voor het officieel onderwijs. Toen in 1985 de Voorlopige Bestuurscommissie voor het Rijksonderwijs, die de oprichting van de ARGO of de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs moest voorbereiden, werd opgericht, werd Paulus voorzitter van deze commissie en kreeg hij in de pers al vlug het epitheton ‘schaduwminister van Onderwijs’. Hij legde het plan voor dat de autonomie, de werking en de financiering van het rijksonderwijs in Vlaanderen moest veiligstellen en dat de overheveling van alle onderwijsbevoegdheden naar de gemeenschappen moest regelen. Tegenstand vanuit zowel de regering als de administratie leidde echter tot een boycot van de Voorlopige Bestuurscommissie, die nooit echt operationeel werd. Een jaar later dan gepland, werd in 1988 het decreet op de ARGO uiteindelijk goedgekeurd.
Op 1 oktober 1993 volgde Camille Paulus zijn leermeester Andries Kinsbergen op als zeventiende gouverneur van de provincie Antwerpen. De klemtonen van zijn beleid zijn tot op heden heel uiteenlopend. Hij stimuleert een doorgedreven overleg tussen politiek en bedrijfsleven over alle facetten van de economische ontwikkeling : industriële expansie en innovatie, tewerkstelling, ontsluiting van achtergebleven gebieden en milieu. De verdere uitbouw van de haven van Antwerpen, die hij beschouwt als de belangrijkste motor in dit gehele proces, ligt hem daarbij heel na aan het hart. Hij zet zich dan ook in voor het overleg met de Nederlandse autoriteiten over de verbreding en de uitdieping van de Westerschelde, en voor de verdere ontsluiting van Antwerpen-Rechteroever. Als voorzitter van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij leidde hij tal van economische missies om buitenlandse investeerders te laten kennismaken met de troeven van de provincie Antwerpen. Zeer veel belang hecht hij ook aan het oplossen van de mobiliteitsproblemen van de regio. Onder zijn impuls werd een consensus bereikt over de noodzakelijke werken, die uiteindelijk door de Vlaamse regering werden goedgekeurd onder de noemer ‘Masterplan van de Mobiliteit in Antwerpen’. Als commissaris-generaal van dit plan neemt gouverneur Paulus onder meer het voortouw in de realisatie van de Oosterweelverbinding, die de Antwerpse ring moet rondmaken. Zijn rol als bemiddelaar in het streven naar pragmatische oplossingen die zowel de welvaart als het welzijn verhogen, kreeg een brede waardering. Zo werd hij in 2004 opgenomen in de Galerij der Prominenten van VOKA-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, die deze eer jaarlijks toekent aan een figuur die een uitzonderlijke inspanning leverde ten bate van het sociaal-economisch, politiek of cultureel welzijn van de regio.
Gouverneur Paulus is echter niet alleen erg begaan met de welvaart, maar ook met het welzijn van de inwoners van zijn provincie. Hij heeft onder meer een Gehandicaptenfonds opgericht, dat verdienstelijke initiatieven in de sector steunt. Daarnaast is hij de initiatiefnemer van de actie ‘WODCA’, wat staat voor ‘WeekendOngevallen Door Controles Aanpakken’. Door een combinatie van repressieve, sensibiliserende en educatieve initiatieven wil hij voorkomen dat een avondje-uit eindigt in een drama. Op cultureel gebied ijvert gouverneur Paulus ervoor dat zoveel mogelijk mensen met kunst in aanraking komen en dat vooral jonge, veelbelovende kunstenaars gesteund worden. Hij heeft daartoe een Cultuurfonds in het leven geroepen. En ook op sportief gebied drukte hij zijn stempel op het provinciaal beleid. Als fervent fietser (hij was ook de belangrijkste figuur achter de oprichting van de Memorial Rik Van Steenbergen) benadrukte hij in zijn rede voor de provincieraad van 1998 onder de titel “Een demarrage voor de sport” het belang van de sportbeoefening voor iedereen en de nood aan de verdere uitbouw van de nodige faciliteiten en infrastructuur. Een provinciaal jeugdsportfonds werd naar hem genoemd. |
|