Archief Nationale Liberale Vrouwenfederatie - PVV-Vrouwen (archief nr. 1751) |
Periode | 1923-1978 |
Omvang en medium | 0,12 m |
Archiefvormer | Nationale Liberale Vrouwenfederatie - PVV-Vrouwen (1923-1978) Lees meerSoort entiteit | Organisatie | Geautoriseerde naam | Nationale Liberale Vrouwenfederatie - PVV-Vrouwen | Bestaansperiode | 1923-1978 | Geschiedenis | De georganiseerde vrouwenbeweging kwam in de naweeën van de Eerste Wereldoorlog in een stroomversnelling terecht. Vrouwenemancipatie verwierf een vaste plaats op de politieke agenda. Marthe Boël en Jane Brigode organiseerden in 1920 het eerste Liberaal Vrouwencongres en stichtten nog datzelfde jaar te La Louvière en in 1921 te Brussel de twee eerste liberale vrouwenafdelingen. In 1923 richtten Boël en Brigode samen met onder meer Alice Buysse, zus van Cyriel Buysse, en Emilie Speth, echtgenote van Eduard Pecher, de Fédération Nationale des Femmes libérales / Nationale Federatie der Liberale Vrouwen op, met Boël als voorzitter. De federatie sloot zich aan bij het programma en de statuten van de Liberale Partij en had tot doel om de krachten van de vrouwelijke politieke groepen erkend door de liberale associaties te bundelen, de liberale propaganda gericht naar vrouwen te ondersteunen, onderzoek te doen naar politieke en sociale vraagstukken en bij te dragen aan de oprichting van vrouwelijke sociale werken. De vereniging bestond uit een Algemene Vergadering en een uitvoerend comité. Het uitvoerend comité werd samengesteld uit een bureau benoemd door de Algemene Vergadering, tien provinciale gedelegeerden en één gedelegeerde per arrondissementsfederatie. De leden van het uitvoerend comité werden voor twee jaar aangesteld. De leden van de federatie waren allen vrouwen. De Nationale Federatie van Liberale Vrouwen was zeer sterk verweven met de feministische beweging. Zowel Marthe Boël als Georgette Ciselet waren tijdens de jaren veertig voorzitsters van de Nationale Vrouwenraad. Marguerite Jadot, algemeen secretaris van de federatie, zat de commissie Vorming voor. In 1949 schreef ze in opdracht van de Nationale Vrouwenraad een “Guide de l’électrice”, een wegwijzer voor vrouwen in de politiek. In 1946 werd Ciselet gecoöpteerd senator. Uit de Fédération Nationale des Femmes libérales ontstond in 1962 de Nationale Vrouwenfederatie van de PVV / Fédération Nationale des femmes du PLP. De Vrouwenfederatie behield de doelstellingen van haar voorganger. Het voormalige bureau werd het directiecomité en het uitvoerend comité werd het politiek bureau. Vanaf 1960 zaten achtereenvolgens Georgette Ciselet en Jeanine Descamps de vereniging voor. Van 1970 tot 1980 was Lucienne Herman-Michielsens voorzitter. De splitsing van de moederpartij PVV in 1972 in een Vlaamse en Franstalige partij werd bij de vrouwenfederatie besproken. De eenheid tussen de gemeenschappen werd hierbij benadrukt door toenmalig voorzitster Herman-Michielsens. In 1978 zou ook de Vrouwenfederatie volgens de communautaire breuklijn splitsen. |
|
Bereik en inhoud | Het archief bevat o.a. statuten, stukken m.b.t. algemene vergaderingen, briefwisseling en stukken m.b.t. studiedagen e.a. activiteiten. |
Toegangen | Geen archieftoegang beschikbaar (archief niet raadpleegbaar) |
Ordening | Niet van toepassing. |
Voorwaarden voor raadpleging | Het archief is niet raadpleegbaar. Lees onze disclaimer raadpleging van archieven. |
Voorwaarden voor reproductie | Standaardvoorwaarden, zie het leeszaalreglement. |
Taal en schrift | Nederlands / Standaardschrift |
Fysieke kenmerken en technische vereisten | Papier / Geen |
Verwerving | Geschonken door de Liberale Vrouwen in 1985 en Jeanne Vandenborre in 2002. |
Selectie | Geen selecties uitgevoerd. |
Beelddocumenten | Affiche (12) Foto (13) Object (1) |
Persistente url: | https://n2t.net/ark:/55068/LAG_1253986 |