Archiefvormer | Liberale Partij / Parti Libéral - Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) / Parti de la Liberté et du Progrès (PLP) (1846-1972) Lees meerSoort entiteit | Organisatie | Geautoriseerde naam | Liberale Partij / Parti Libéral - Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) / Parti de la Liberté et du Progrès (PLP) | Bestaansperiode | 1846-1972 | Geschiedenis | Hoewel de Liberale Partij werd opgericht in 1846 en daarmee de oudste politieke partij van ons land is, ontstonden de eerste permanente partijstructuren pas in de jaren 1920. De Gentenaar Albert Mechelynck werd in 1920 de eerste voorzitter van een provisoir nationaal partijbureau, dat de krijtlijnen voor een landelijke structuur zou uittekenen. Aanvankelijk nog wat aarzelend, en zelfs met een onderbreking van twee jaar (1923-1924), werden in de tweede helft van de jaren 1920 de eerste partijorganen en, belangrijk voor de continuïteit, een permanent secretariaat opgericht. In de jaren 1930 werd de structuur verder uitgebouwd en kan gesproken worden van een nationaal partijbureau. Stukken uit het archief tonen aan dat de Liberale Partij tijdens de oorlog ondergronds ging en intens doorwerkte. Onder de leiding van de oorlogsvoorzitters Jane Brigode, die de eerste vrouwelijke (dienstdoende) partijvoorzitter van het land werd, en Fernand Demets werd een naoorlogs programma voorbereid, dat zich duidelijk richtte op de vorming van een moderne, brede volkspartij. Roger Motz, de eerste naoorlogse voorzitter, wilde werk maken van de vernieuwing van de partij, maar de interne weerstand was groot. De ondertekening van het Schoolpact in 1958, waardoor het belangrijkste strijdpunt in de tegenstelling klerikaal-antiklerikaal werd weggenomen, gaf de nodige impulsen voor een grondige vernieuwing. Onder het voorzitterschap van Omer Vanaudenhove (1961-1968) werd de partij in 1961 grondig hervormd en een eerste grote verruimingsoperatie vond plaats. De Liberale Partij werd omgevormd tot de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang / Parti pour la Liberté et le Progrès (PVV / PLP), die zich nu uitdrukkelijk richtte tot zowel gelovigen als niet-gelovigen. De klemtoon van de partij verschoof van het levensbeschouwelijke naar het sociaal-economische terrein. De PVV / PLP wou een anti-travaillistisch alternatief bieden tegenover de rooms-rode coalitie (CVP-BSP) die in 1961 aan de macht was gekomen. De PVV / PLP groeide uit tot een massapartij en kon dit verzilveren bij de verkiezingen van 1965 waarbij de partij de thema’s religieuze tolerantie, anti-travaillisme en unitarisme benadrukte. Communautaire spanningen maakten in de daaropvolgende jaren echter een einde aan de unitaire PVV en Omer Vanaudenhove, geplaagd door gezondheidsproblemen, gaf zijn voorzitterschap op. Onder zijn opvolgers Norbert Hougardy en Milou Jeunehomme (co-voorzitters, 1968-1969) en Pierre Descamps (1969-1972) groeiden de Nederlandstalige en Franstalige vleugel verder uit elkaar en viel de unitaire PVV/PLP uiteen. Uiteindelijk splitste de PVV in 1972 als gevolg van de communautaire breuklijn in een Vlaamse en Franstalige politieke partij. Aan Vlaamse kant werd onder leiding van Frans Grootjans, Herman Vanderpoorten en Willy De Clercq de PVV opgericht, aan Waalse kant kwam Milou Jeunehomme aan het hoofd van de PLP te staan en Brussel kreeg een eigen maar totaal verbrokkeld liberaal partijlandschap. |
Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) - Open Vld (1992-...) Lees meerSoort entiteit | Organisatie | Geautoriseerde naam | Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) - Open Vld | Bestaansperiode | 1992-... | Geschiedenis | De partij Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) werd in 1992 gesticht door Guy Verhofstadt. Verhofstadt werkte als voorzitter van de PVV (1989-1992) een plan uit om de partij ideologisch te verruimen en vernieuwen. In zijn tweede Burgermanifest “De weg naar politieke vernieuwing” (1992) pleitte hij expliciet voor de oprichting van een nieuwe liberale ‘partij van de burger’. Bij de vernieuwingsoperatie werd dit pleidooi gevolgd en werd de PVV ontbonden en opgevolgd door de VLD. De nieuwe partij richtte zich op een tweepartijendemocratie met een liberaal en een travaillistisch blok. Een aantal ‘verruimingskandidaten’ van andere partijen vervoegden de rangen van de VLD. De hervorming van de partij had onmiddellijk electoraal succes tot gevolg, hoewel die lager uitviel dan verwacht. Tot de verkiezingen van 2004 ging de partij er bij elke verkiezing op vooruit. VLD zette sterk in op ethische thema’s zoals abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Onder de paars-groene regering Verhofstadt I (VLD, PRL, SP, PS, Agalev en Ecolo) werd ook het idee van de actieve welvaartstaat geconcretiseerd. VLD werd bij de federale verkiezingen van 2003 beloond voor haar regeringsdeelname. Maar als gevolg van conflicten aan de partijtop kreeg de VLD klappen bij de verkiezingen voor het Vlaams Parlement van 2004. Bovendien had de partij af te rekenen met afscheuringen. Naar aanleiding van de federale verkiezingen van 2007 besloten VLD en kartelpartner Vivant samen verder te gaan onder de naam Open Vld. Open Vld positioneert zich als een partij voor een open samenleving, die voor vernieuwing kiest en naar de toekomst kijkt. De voorzitters van VLD en Open Vld waren achtereenvolgens Guy Verhofstadt (1992-1995), Herman De Croo (1995-1997), Guy Verhofstadt (1997-1999), Karel De Gucht (1999-2004), Bart Somers (2004-2009), Guy Verhofstadt (2009), Alexander De Croo (2009-2012) en Gwendolyn Rutten (2012-…). |
|